30.12.10

Salon/ shows us the cultural side of fashion and art by presenting a cross-over experience through the city of Amsterdam. On several inspiring, unique locations Salon/ wants to instigate a discussion and dialogue between art+design+fashion, because these worlds are becoming one. But what is and what is not fashion, art or good design? 


16.12.10

Monsterlijk Lady Gaga concert @ ahoy, het einde het Madonna-tijdperk

/////////////////////////////// |\/| \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
30 november 2010, Rotterdam Ahoy: LADY GAGA CONCERT EXPERIENCE
/////////////////////////////// |\/| \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
photo: ME Rynja
Ja! Eindelijk ging ik naar het concert van Lady Gaga toe! Vriendin H. is helemaal dol van lady gaga, wat natuurlijk de nieuwsgierigheid bij mij opwekte met haar mee te gaan.
Van kinds af aan ben ik groot bewonderaar van Madonna (ik ben een 1981'er), waar ik ook een concert van heb kunnen zien, een ongelofelijke ervaring. Wat zou Gaga a.k.a. Madonna 2.0 ervan brouwen?

What's the buzz met gaga? Ik ken de liedjes en de clips, bewonder hoe zij mode-kunst en haute couture naar het grote publiek brengt. Gaga is bezeten van extravagantie en durft te kiezen voor de meest onmogelijke en niet voor de hand liggende creaties. Gaga staat voor controverse.
Het gaat meer om fashion-art-performance, een fashion statement te maken, dan om er mooi uit te willen zien en in de mode te zijn. Gaga adoreert de kunst van de modevormgeving en speelt haar eigen rol in de fantasiewereld van modeontwerpers, gekleed als SM-achtig sprookjesfee.

Het beleven van een live concert doet iets met je. Telkens denk je: de artiest staat daar gewoon echt! Vlees en bloed, the real thing. Sterren die je alleen ziet via de kaders van de media en dus een ver-van-je-Hollandse-bed-show zijn, bevinden zich nu in dezelfde ruimte als ik, bijna surrealistisch is deze ervaring.
Het concert duurde ongeveer anderhalf uur en was een groot spektakel. Het podium transformeerde als ware het een theater dat steeds van decor wisselde bij veranderende scènes. Gaga voert een toneelstuk op, een pop-musical, van een meisje dat op zoek gaat naar het MonsterBall: het sprookje van een moderne assepoester wordt verteld, inclusief feeën, verleiding, mysterieuze karakters aan haar zijde, dwalend door donkere wouden met monsters en natuurlijk een happy end.
Gaga heeft duidelijk een missie, namelijk: de wereld laten voelen dat je jezelf moet zijn en niet met de massa mee hoeft te doen. 'Omarm het monster in jezelf... en houdt haar eigen I Have A Dream-speech.  Ze vertelt de zaal dat ze gepest is door snobische, populaire meiden op haar school, omdat ze zich niet aanpaste aan de norm. Uiteindelijk heeft haar eigenwijze zelf ervoor gezorgd dat nu die pestende populaire meiden geld betalen om haar te kunnen zien optreden.

We are all freaks, we are little monsters.

The Madonna-Era lijkt voorbij, de grote dame wordt op haar eigen terrein verslagen door nieuw entertain-talent....ondanks dat Gaga qua dans en energie nog erg veel van good-old Madonna kan leren.

/////////////////////////////// |\/| \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
Ik heb mijn oude camera mee genomen en heb niet eens hele slechte foto's kunnen maken vanaf het veld. Ik weet niet of het wel of niet mag en het nu illegaal is dat ik ze online zet, maar tja, ik ben een little monster.

Photo's may not to be used by others or for other purposes, without permission of the author, please, respect.

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja
Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja

Photo: ME Rynja
Photo: ME Rynja
/////////////////////////////// |\/| \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

22.11.10

review Symposium Fashion & Technology




Vrijdag 19 november 2010 organiseerde Premsela tijdens het Art&Technology-festival STRP haar symposium over Fashion & Technology.


Technologie is de toekomst, de mode kan niet achter blijven. Mode is vooruitgang, het vernieuwen van het nieuwe. Maar technologie blijkt nog altijd een eng woord voor de mode-estheet. En esthetiek is misschien wel nog onbekender voor de nerdy techneut. Hoe breng je deze tegenpolen tot samenwerken?


Dat blijkt nog niet eenvoudig, afgaande op de lezingen van diverse gastsprekers op dit symposium, die veelbelovend opende met body-architect Lucy McRea.


Spreker 1: high teck installatie kunst
McRae warmde het publiek van modestudenten, modeontwerpers, en mode-autoriteiten op door hen kennis te laten maken met de mogelijkheden van low/high-tech in de artistieke vormgeving van mode en het lichaam. McRea, een Australische schoonheid met een goed stel hersens (studeerde architectuur) en motoriek (was balletdanseres), vertelt over diverse projecten die de huid als een wonderbaarlijk sensor opvat: het is als een elektronisch netwerk, een beschermlaag, een temperatuurregelaar etc. Naast haar fascinatie voor huid staat beweging en verandering van het menselijk lichaam centraal in haar werk. Mode - de esthetische bedekking van het lichaam - sluit daarbij goed aan. Zij noemt haar mode-installaties zelf 'draagbare poëzie', omdat zij op een poëtische manier de definitie van draagbare technologie onderzoekt.
Het werk van McRae ziet er inderdaad sprookjesachtig en futuristisch uit:  een pak van pantys, volgestopt met vochtig zaagsel waarop planten gaan groeien; jurken van textiel die het blozen van het lichaam reflecteert door op te lichten; een jurk van meters plastic buisjes waar gekleurd vloeistof doorheen wordt gepompt, gewikkeld rond het lichaam van zangeres Robyn voor haar videoclip.

Making of Robyn's 'Indestructible' video from Ine van den Elsen on Vimeo.




Draagbaar en toegankelijke mode is het allerminst wat McRae maakt, het is vooral experiment, onderzoek en installatie-kunst.


Hoe anders verliep het de volgende twee sprekers op het symposium, de Saxion lector Ger Brinks en hoogleraar Textielkunde Paul Kiekens.


Spreker 2: slim materiaal behoeft geen design
Aan Brinks was al direct af te lezen dat dit geen mode-minded persoon was, wat hijzelf ook bevestigde. Brinks weet alles af van Smart Functional Materials, zoals intelligent textiel, maar toonde geen interesse in de aantrekkelijke, esthetische danwel modieuze kant van zijn Smart Functional Materials. Alsof hij een college hield voor zijn eigen studenten aan het Saxion, zo schoolde hij het modepubliek op deze bijeenkomst. Het resultaat: bange danwel wegrollende ogen van de modestudent, gapende monden  van  high-end mode-ontwerpers en een zeer lage aandachtsspanne van de mode-autoriteit op de eerste rij.


Dit kan toch niet de bedoeling zijn geweest van Premsela?


Spreker 3: De vezel is machtig
Vervolgens maakte de welgeleerde heer Kiekens het er niet levendiger op. Kiekens is een brein op het gebied van de kunde der vezel-technologie. Ja, het begint allemaal bij de vezel. De vezel is de wieg van de innovatieve en technologische mode, aldus Kiekens. Let wel, zowel bij Kiekens als bij Brinks gaat het om grootverbruik van textiel, niet om nieuwe technologieën voor spannende haute couture creaties a la Iris van Herpen en Hussein Chalayan, namen die zij niet zullen kennen.  Kiekens benadrukt direct dat mode en design geen onderdeel zijn van zijn curriculum, alleen technologie. Daar gaat het om. Hij schept er nog bovenop dat modemensen niet beseffen waar hun materiaal uit bestaat, om vervolgens de historie van de vezel - van natuurlijk tot synthetisch - uitgebreid uiteen te zetten, opgevolgd door het allerspannendste: de carbon-vezel. Gelukkig vergeet hij niet alles te verrijken met grijze cijfertabellen, percentages en opsommingen. Niks visueel materiaal, geen modevoorbeelden, geen aantrekkelijkheid, geen esthetiek, geen verleiding. Ik wist niet dat techniek zo seksloos kon zijn. Pas op het moment dat de spraakzame Kiekens op zijn tijd moet letten, begint hij eindelijk over de toepassingen van zijn vezels: jassen die computers worden, energie opslaan, kleding dat informatie geeft...en dan is het voorbij wat lezingen betreft.


Q&A: een symposium met meer vragen dan antwoorden 
Tijdens de Q&A met het publiek en de sprekers blijkt dat ook zij wat gedesillusioneerd zijn geraakt van de informatie die hen ten oren is gekomen, alsof ze wilden zeggen: maar dit is niet waarvoor wij naar Eindhoven zijn gekomen! Er heerste wat wanhoop in de vragen en opmerkingen uit het publiek, zoals "wie moet de coöperatie tussen ontwerpers en techneuten financieren en initiëren"of "hoe moet het technologische gat in de huidige mode-educatie worden gedicht", "in hoeverre is het realistisch om samen te werken".


Volgens modeontwerper en docent Gerrit Uittenbogaart van G+N moet de industrie de vraag naar technologische innovatie onder modestudenten en -ontwerpers stimuleren door hen problemen voor te leggen en prijsvragen op te stellen. Ontwerpers dienen uitgedaagd te worden.


Dat laatste blijkt inderdaad wel te werken. Het symposium eindigde met een ontwerp-opdracht onder derde jaars modestudenten aan de KABK (Den Haag), die hen uitdaagde zich te begeven in de wereld van de technologie.
Gelukkig blijkt uit de interviews met deze studenten dat zij niet vanuit de vezel denken of zich laten ontmoedigen door technische praatjes. Zij zoeken naar realisatie-mogelijkheden van hun concept, zoals een gewaad voor mensen die lijden aan huidziekten of een stof die reageert op emotie, pyjama's voor een betere nachtrust of om tot geheel nieuwe vormen en materialen te komen.


De eindresultaten waren zeer wisselend van kwaliteit en uitvoering, mede doordat innovatie tijd vraagt wat in de mode een schaars goed is. De studenten hadden vooral moeite gehad om tijdig de juiste mensen te vinden of mensen zover te krijgen om met een mode-ontwerper samen te werken. Maar nadat deze grote communicatie-hobbel overwonnen was, zijn zij een zeer leuke en leerzame ervaring rijker. Of dat dit betekent dat zij ook zonder de stimulus van een opdracht aan een technologisch mode-avontuur zullen beginnen, is twijfelachtig. De navigatie tussen de TU's en kunstacademies is nog niet gevonden.


Conclusie: mode-design en technologie hebben nog wat mediation nodig
Tijdens het aanhoren van de ietwat saaie lezingen van dit symposium, dwaalde mijn gedachten even af naar het televisieprogramma Beauty & The Nerds, waar 10 klungelige, sociaal-onhandige intellecten in harmonie samen moeten wonen met 10 naïeve, domme, op schoonheid beruste meisjes. In het begin staan zij onhandig tegenover elkaar en lijkt er geen optie voor toenadering. Zij spreken (nog) niet elkaars taal en cultuur. Toch leren beiden elkaar te waarderen en vormen werkzame teams. De Nerds staan open voor de belevingswereld van de meisjes vol entertainment, schoonheidsidealen, roddelen, feesten en flirten; de meisjes leren verder te kijken dan de oppervlakte en ervaren dat deze Nerds ook heel spannend en leuk kunnen zijn.


Hopelijk zullen bij een volgend symposium over mode-innovatie de Nerds wat meer aan de hand genomen worden door de Beauties, om het geheel wat aantrekkelijker en op maat gesneden aan te bieden. Ook zou het niet misstaan mode-ontwerpers zelf te laten vertellen over de mogelijkheden van technologie, zodat het publiek wat meer raakvlakken kan vinden met de toepassingen van smart textiles of nieuwe technieken om mode mee vorm te geven.


Laat technologie iets meer sexy zijn, want anders wordt het misschien nooit wat tussen die twee.


We blijven kijken.


///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
MEER inspiratie over FASHION+TECHNOLOGY:


- http://www.functionalaesthetics.org/ - boek van S.Seymour, over visies in fashionable&wearable technology. Een review van dit boek, klik HIER.
http://ft.parsons.edu/eventseries/ - Parsons Fashionable Technology Lab (Parsons New School for Design, New York). Parson heeft sinds kort een eigen lab, gewijd aan draagbare technologie.
http://www.nift.ac.in/ - National Institute of Fashion Technology - India
http://www.cutecircuit.com/about/ - fashion company uit Londen met technologie als leidraad


///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

20.11.10

Column: De kunst van mode illustraties - vernissage Piet Paris

In opdracht van de avro kunst redactie schreef ik een column over mode en kunst voor de website www.kunst.avro.nl. Mode illustraties schipperen namelijk tussen deze twee disciplines; enerzijds is zij in opdracht vervaardigd en bedoeld voor advertorials, anderzijds is zij ook een piece-of-art in haar eigen genre. Wanneer je een prent of illustratie loskoppelt van haar oorspronkelijke context - een magazine of poster - en als los object bekijkt, verdwijnt de vluchtigheid en wordt zelfstandig. Naast het magazine zet het een eigen leven voort, als een mode kunstwerk.
Piet Paris' euvre te koop 
In oktober 2010 bezocht ik de verkooptentoonstelling van illustrator Piet Paris. Ik ben al jaren een fan van mode illustraties en wijdde er ooit een groot essay aan, met de conclusie dat mode-illustraties net als mode fotografie wel degelijk van meerwaarde zijn voor de kunsten. Als je een originele illustratie kan aankopen, dan zou dat bovendien een interessante investering kunnen zijn. Niet dat je daarom een illustratie moet kopen, maar kijkend naar vergelijkbare ontwikkelingen bij werk van modefotografen als Freudental/Verhagen of Paul Huf of werk van klassieke modefotografen als Horst P. Horst, Richard Avedon, Man Ray, Helmut Newton e.a. welke in waarde blijven stijgen, is het geen gekke gedachte.
Omdat ik mode illustratie een mooie onderwerp vond voor Mode & Kunst, schreef ik deze column:

10.11.10

Door technologie innoveert de mode

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
Aanleiding: Premsela Fashion & Technology symposium 19-11-10, Eindhoven.
///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
bubble dress - Lucy McRae
Technologie als uitgangspunt lijkt slechts op kleine schaal in de modevormgeving toegepast te worden. Misschien dat modevormgevers bang zijn voor deze vorm van hogere wiskunde of gewoonweg nog niet inzien hoe zij onbekende technologieën uit andere designdisciplines kunnen vertalen in mode. Premsela - platform voor Dutch Design & Fashion -  vroeg zich daarom het volgende af:


'Waarom houdt Nederlandse mode zich zelden bezig met de nieuwe mogelijkheden en technologische ontwikkelingen in hun vakgebied?'

Twee voorbeelden van modeontwerpers die de technologie met succes in de mode implementeren, zijn Iris van Herpen (NL) en Hussein Chalayan (UK). Beiden modeontwerpers (of mode-kunstenaars) passen al langere tijd nieuwe technologieën toe in hun werk, wat tot zeer vernieuwende, spannende en dynamische mode leidt. 
Iris van Herpen vertelde mij tijdens de opening van ARCAM's Fashion & Architecture dat de mode nog achterloopt in het integreren van technologische ontwikkelingen in vergelijking met ontwerp-disciplines als productdesign en architectuur. Modeontwerpers kunnen echter veel leren van ingenieurs of constructeurs werkzaam in geheel andere werkvelden. Dit verruimt je modespectra enorm, weet zij. Van Herpen legt mij uit dat textiel en stoffen de meest voor de hand liggende materialen zijn voor modeontwerpers. Maar materiaalgebruik als carbonvezel, metalen en zelfs zetmeel, plastic en papier dat met behulp van 3D-printing spectaculaire mode-items vervaardigen, staan nog in de exploratiefase voor modevormgeving. De omarming van mode & technologie heeft Van Herpen geen windeieren gelegd. Zij wint diverse aanmoedigingsprijzen, zoals laatst de Dutch Fashion Award 2010, presenteert haar collecties op uitnodiging tijdens de Londen Fashion Week en (internationale) modeconservators van grote musea en diverse mode-autoriteiten als Suzy Menkes en Diane Pernet volgen haar voortgang op de voet (zie foto onder).

De Britse Hussein Chalayan - waarschijnlijk de enige modeontwerper met een opleiding tot Architect - heeft een liefde voor transformatie, techniek en verrassing. Zijn ontwerpen zijn niet wat ze lijken te zijn. Een tafel wordt een rok, een jurk een stoel, een bolhoed wordt een strandhoed...voor het oog van de kijker verandert zijn mode zich, als ware het geautomatiseerde robotten gemouleerd om het lichaam van een model. Zijn show van 2007 gold volgens sommigen als beste show van dat modeseizoen, want hij verbaasde het publiek door op de catwalk een minirok te laten groeien tot een wijd uitstaande rok, een ritssluiting dat uit zichzelf open zipte terwijl links en recht de heupen zich insnoerden en kant tevoorschijn komt uit het korset. Een dergelijk modespektakel is enkel mogelijk door innovatieve technologie (zie foto onder). 

Van Herpen & Chalayan zijn modeontwerpers met oog voor technologische innovatie op het gebied van modedesign. Zij durven nieuwe vervaardiging- of bewerkingsmethoden uit te proberen. Zij zijn daar niet bang voor. Natuurlijk is het vele malen duurder en arbeidsintensiever om je als modeontwerper in de nieuwe technologie in te laten, wat kan afschrikken.
Een andere reden kan liggen aan het mode-onderwijs waar technologische innovatie en samenwerking met technici en ingenieurs nog niet voldoende wordt gestimuleerd.
Maar als je als modeontwerper wel deze wegen hebt gevonden en je jezelf erin durft te verdiepen, kan je enorm stijgen op de competitieve modeladder.


Want dat is wat de Mode ten voeten uit inhoudt: het oude vervangen door het nieuwe. 

M.Rynja

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\
Premsela - het platform voor Dutch Design & Mode - organiseert vrijdagmiddag 19 november een symposium over mode en technologie, tijdens het STRP-festival in Eindhoven. Het symposium Fashion & Technology geeft een samenvatting weer van diverse onderzoeken omtrent technologische ontwikkelingen in de mode tot nu toe. Daarnaast bespreekt zij de rol van het mode-onderwijs in het integreren van technologie in haar modeprogramma, als mede de wijze waarop modestudenten in het ontwerpproces staan.  

Datum: 19 november 2010
Lokatie: Klokgebouw, Eindhoven. 
Tijd: 16:00 tot 18:30 uur
Prijs: Gratis
Kaarten: aanmelden via www.strp.nl/strp/content/tickets, of aan de deur. 

Gastsprekers zijn:
- modeontwerper Gerrit Uittenbogaart (label G+N), bekend van de Glue Jeans. 
- hoogleraar Textielkunde Paul Kiekens (Universiteit Gent);
- Simone de Waart (TU Eindhoven & Material Sense);
- lector Saxion Ger Brinks (Smart Functional Materials);
- Australische mode&body-kunstenares Lucy McRae, o.a. gewerkt met zangeres Robyn, album Body Art.

Meer over het Premsela Symposium over Mode & Technologie, klik HIER voor de site.

///////////////////////////////|\/|\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\

LUCY McRAE:

G+N's GLUE JEANS:























IRIS VAN HERPEN's 3D PRINTED FASHION:























HUSSEIN CHALAYAN, 2007, transforming dress: 



Door technologie innoveert de mode

Aanleiding: Premsela Fashion & Technology symposium 19 11 2010, Eindhoven

bubble dress - Lucy McRae
Technologie als uitgangspunt lijkt slechts op kleine schaal in de modevormgeving toegepast te worden. Misschien dat modevormgevers bang zijn voor deze vorm van hogere wiskunde of gewoonweg nog niet inzien hoe zij onbekende technologieën uit andere designdisciplines kunnen vertalen in mode. Premsela - platform voor Dutch Design & Fashion -  vroeg zich daarom het volgende af:


'Waarom houdt Nederlandse mode zich zelden bezig met de nieuwe mogelijkheden en technologische ontwikkelingen in hun vakgebied?'

Twee voorbeelden van modeontwerpers die de technologie met succes in de mode implementeren, zijn Iris van Herpen (NL) en Hussein Chalayan (UK). Beiden modeontwerpers (of mode-kunstenaars) passen al langere tijd nieuwe technologieën toe in hun werk, wat tot zeer vernieuwende, spannende en dynamische mode leidt. 

6.10.10

It's above the neck that gets interesting: een retrospectief van milliner Stephen Jones @ MoMu, Antwerpen

Terugbladerend in mijn oude blogberichten kwam ik een interview tegen dat ik had met niemand minder dan de beroemde hoeden-couturier sir Stephen Jones! Hoe vet was dat. Ik was net begonnen met bloggen en meteen een hele grote naam gesproken. 
Ik bedacht me dat ik helemaal vergeten ben te berichten dat deze goedgemutste man momenteel een fantastische overzichtstentoonstelling heeft in Europa's enige modemuseum, het MoMu in Antwerpen! Zien zien zien! 
The Accent Of Fashion luidt de naam van zijn retrospectief, wat natuurlijk doelt op de hoed als saillant accent voor een geslaagde mode-look. Een hoed of andere hoofdversiering maakt een outfit compleet, denk maar aan grote catwalkshows van grote couture huizen als Dior, Comme des Garcons of Vivienne Westwood. Het maakt een spectaculaire modecreatie compleet. Het is de kers op de taart.
Een leuke anekdote verteld door Stephen Jones uit mijn interview in 2009, passend bij zijn huidige tentoonstelling, luidt: 

“Its funny, last week I was talking to John Galliano and I asked him ‘Why are you so interested in hats?’. Then he said to me: ‘Stephen, that is such a crazy question. Why would I stop being interested in how a women should look, and stop at their necks! Its above the neck that gets interesting!"


Stephen Jones overzichtstentoonstelling na aanleiding van zijn 30-jarig jubileum als milliner, is nog te zien tot 13 Februari 2011 in het MoMu Antwerpen. Ik moet er zelf nog heengaan, maar bij het zien van enkele foto's van deze expo weet ik het zeker: GAAN!
KLIK hier voor mijn oude blogbericht met het interview met Stephen Jones @ Arnhem Mode Biennale 2009.
(foto via blog OONA)
(foto via blog OONA)

27.9.10

Rotterdamse kapers op de kust - Fashion Ahoy

Mode-exposities zijn de publiekstrekkers van het moment. Het ene na het andere museum wil graag een mode-tentoonstelling kunnen bieden, want mode is hot-hot-hot in museumland. En het trekt jong publiek, een punt dat hoog op de agenda's staat van veel museumbeleid.
Zo ook het Maritiem Museum in Rotterdam. Afgelopen vrijdag heeft zij de deuren geopend met de tentoonstelling Fashion, Ahoy! Te zien zijn topstukken van grote modehuizen (Dior, Chanel, Yves Saint Laurent, JC de Castelbajac, Vivienne Westwood, Jean Paul Gaultier) die zich veelvuldig laten inspireren door de wereld van Kapitein Rob, de luxe marine-cultuur van het Franse stadje Saint-Tropez en het matrozenpakje van Donald Duck. Maar ook onze eigen zeebenen zijn er vertegenwoordigd (o.a. Viktor & Rolf, Francisco van Benthum, Jeroen van Tuyl en Spijkers & Spijkers). Daarnaast ontwierpen 2e-jaars studenten van de Willem de Kooning Academie een maritiem mannenkostuum. De winnares van deze ontwerp wedstrijd, Madeleine van Natten, won met een volumineuze donkerblauwe matrozentrui. Haar creatie zal te zien zijn in de expositie.

Het museum wenste een hedendaags thema te belichten en koos voor de populariteit van marine in de hedendaagse mode. Het idee achter de tentoonstelling is om te verklaren waarom de maritieme wereld zo aantrekkelijk is voor veel modeontwerpers. De expositie is daarom ingedeeld in blokken als "Strepen", "Ankers", "Tattoos", "Matrozen", "Gouden Knopen" etc. Naast de topstukken uit de haute couture en de pret-a-portercollecties staat het originele materiaal waarnaar wordt verwezen, waaronder matrozenpakjes voor kinderen, kapitein-uniformen, oud tricot badkleding en andere maritieme kleding.  
Het komt er kort door de bocht op neer dat Fashion, Ahoy! alles bij elkaar heeft gezocht wat een streepje heeft, een anker, iets donkerblauws met gouden knopen, verwijst naar piraterij, de marine, of geïnspireerd is op de badkleding uit grootmoeders tijd. Duidelijk is dat de mode jaar in jaar uit zich graag laat inspireren door de masculiene zeecultuur. Gezegd moet worden dat er een paar prachtige couture stukken te bewonderen zijn van recente data of klassiekers uit de modehistorie. Maar Fashion, Ahoy! trapt wat mij betreft ook een open deurtje teveel in wat betreft de vormgeving en presentatie. Op de vloer lag bijvoorbeeld een speciaal tapijt met zwembadblauw watermotief (oei oei, captain) en golvende gordijnroedes met witte gordijnen deelden de ruimen in in vakken.

Maar nu komt het frappante: 
In 2009 heeft het Musee International de Maritiem in Parijs precies hetzelfde gedaan met de tentoonstelling Les Marins font la Mode. Echter, het komt over alsof het Rotterdamse Maritieme Museum zelf met dit tentoonstellingsconcept wegloopt zonder credits te geven naar het origineel. Noch in het tentoonstellingsartikel van de curator in Elsevier Stijl, noch in de folder wordt verwezen naar de Franse voorloper, die duidelijk de grote inspiratiebron en aanleiding is geweest voor Fashion, Ahoy!. Wel staat het Parijse museum kort vermeld op de welkomstekst van de tentoonstelling, echter niet dat het gebaseerd is op Les Marins font la Mode. De Gaultier-japon van Prinses van Monaco, jurken van de cruise collectie van Chanel, klassiekers van Yves Saint Laurent, Dior, Kenzo en anderen zijn gelijk aan de Franse variant.

Zijn er kapers op de kust geweest, of is het een storm in een glas water? Misschien gaat de uitdrukking op dat het 'beter goed gejat is dan slecht bedacht', maar toch voelt het aan als een imitatie designer-tas. 
Maar mocht je het nog niet in Parijs hebben gezien, is nu je kans om de chemie tussen mode & de zeecultuur te bewonderen, want ookal is de aanpak en presentatie niet 'haute' maar 'faux', toch is het een aardige modetentoonstelling om doorheen te lopen. Te zien tot 13 maart 2011.
Praktische informatie over Fashion, Ahoy! klik HIER.
/////////////////////////////////////////////////////////////\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\///////////////////////////////////////////////////////////
Geschreven en gefotografeerd door Marij Elisabeth Rynja, freelance mode communicator

2.9.10

Review: Een kruisbestuiving tussen mode & architectuur @ ARCAM (expo fashion & architecture)



Een paar blogberichten terug maakte ik al kort melding van de expositie Fashion & Architecture, georganiseerd door Arcam Architectuurcentrum Amsterdam. Vier duo's bestaande uit een architect en een modeontwerper (zie onder) hebben gewerkt aan een coöperatieve mode-installatie. Inmiddels zijn de vier bijzondere creaties geëxposeerd op de eerste verdieping van het eigenzinnige Arcam gebouw aan de Prins Hendrikkade en loopt nog tot de 11e september 2010. 
Hoe ziet een kruisbestuiving tussen mode en architectuur eruit en in hoeverre laten de disciplines zich door elkaar inspireren? Is een samenwerking een meerwaarde of een populistische flirt zonder verdere betekenis?