Mode-exposities zijn de publiekstrekkers van het moment. Het ene na het andere museum wil graag een mode-tentoonstelling kunnen bieden, want mode is hot-hot-hot in museumland. En het trekt jong publiek, een punt dat hoog op de agenda's staat van veel museumbeleid.
Zo ook het Maritiem Museum in Rotterdam. Afgelopen vrijdag heeft zij de deuren geopend met de tentoonstelling Fashion, Ahoy! Te zien zijn topstukken van grote modehuizen (Dior, Chanel, Yves Saint Laurent, JC de Castelbajac, Vivienne Westwood, Jean Paul Gaultier) die zich veelvuldig laten inspireren door de wereld van Kapitein Rob, de luxe marine-cultuur van het Franse stadje Saint-Tropez en het matrozenpakje van Donald Duck. Maar ook onze eigen zeebenen zijn er vertegenwoordigd (o.a. Viktor & Rolf, Francisco van Benthum, Jeroen van Tuyl en Spijkers & Spijkers). Daarnaast ontwierpen 2e-jaars studenten van de Willem de Kooning Academie een maritiem mannenkostuum. De winnares van deze ontwerp wedstrijd, Madeleine van Natten, won met een volumineuze donkerblauwe matrozentrui. Haar creatie zal te zien zijn in de expositie.
Het museum wenste een hedendaags thema te belichten en koos voor de populariteit van marine in de hedendaagse mode. Het idee achter de tentoonstelling is om te verklaren waarom de maritieme wereld zo aantrekkelijk is voor veel modeontwerpers. De expositie is daarom ingedeeld in blokken als "Strepen", "Ankers", "Tattoos", "Matrozen", "Gouden Knopen" etc. Naast de topstukken uit de haute couture en de pret-a-portercollecties staat het originele materiaal waarnaar wordt verwezen, waaronder matrozenpakjes voor kinderen, kapitein-uniformen, oud tricot badkleding en andere maritieme kleding.
Het komt er kort door de bocht op neer dat Fashion, Ahoy! alles bij elkaar heeft gezocht wat een streepje heeft, een anker, iets donkerblauws met gouden knopen, verwijst naar piraterij, de marine, of geïnspireerd is op de badkleding uit grootmoeders tijd. Duidelijk is dat de mode jaar in jaar uit zich graag laat inspireren door de masculiene zeecultuur. Gezegd moet worden dat er een paar prachtige couture stukken te bewonderen zijn van recente data of klassiekers uit de modehistorie. Maar Fashion, Ahoy! trapt wat mij betreft ook een open deurtje teveel in wat betreft de vormgeving en presentatie. Op de vloer lag bijvoorbeeld een speciaal tapijt met zwembadblauw watermotief (oei oei, captain) en golvende gordijnroedes met witte gordijnen deelden de ruimen in in vakken.
In 2009 heeft het Musee International de Maritiem in Parijs precies hetzelfde gedaan met de tentoonstelling Les Marins font la Mode. Echter, het komt over alsof het Rotterdamse Maritieme Museum zelf met dit tentoonstellingsconcept wegloopt zonder credits te geven naar het origineel. Noch in het tentoonstellingsartikel van de curator in Elsevier Stijl, noch in de folder wordt verwezen naar de Franse voorloper, die duidelijk de grote inspiratiebron en aanleiding is geweest voor Fashion, Ahoy!. Wel staat het Parijse museum kort vermeld op de welkomstekst van de tentoonstelling, echter niet dat het gebaseerd is op Les Marins font la Mode. De Gaultier-japon van Prinses van Monaco, jurken van de cruise collectie van Chanel, klassiekers van Yves Saint Laurent, Dior, Kenzo en anderen zijn gelijk aan de Franse variant.
Zijn er kapers op de kust geweest, of is het een storm in een glas water? Misschien gaat de uitdrukking op dat het 'beter goed gejat is dan slecht bedacht', maar toch voelt het aan als een imitatie designer-tas.
Zijn er kapers op de kust geweest, of is het een storm in een glas water? Misschien gaat de uitdrukking op dat het 'beter goed gejat is dan slecht bedacht', maar toch voelt het aan als een imitatie designer-tas.
Maar mocht je het nog niet in Parijs hebben gezien, is nu je kans om de chemie tussen mode & de zeecultuur te bewonderen, want ookal is de aanpak en presentatie niet 'haute' maar 'faux', toch is het een aardige modetentoonstelling om doorheen te lopen. Te zien tot 13 maart 2011.
Praktische informatie over Fashion, Ahoy! klik HIER.
Praktische informatie over Fashion, Ahoy! klik HIER.